P3

P3 Afdichten van aansluiting stijl met neut

Het afdichten van de aansluiting tussen de stijl en de neut is belangrijk voor het voorkomen van vochtindringing en het verbeteren van de isolatie. Door deze verbinding zorgvuldig af te dichten, wordt de constructie beschermd tegen weersinvloeden en worden de levensduur en energie-efficiëntie van het geheel vergroot.

Wat heb je nodig?

Keuze toe te passen producten:
– DRY FIX® UNI / DRY FLEX® 1, 4 en 16
– DRY FIX® UNI / BIO FLEX™ ALLROUND en COOL

benodigdheden

Werkwijzen

P3.1 Verwijder de verflagen minimaal 10 cm vanaf de aansluiting stijl – neut. Maak voor het schuren gebruik van een (excentrisch) roterende schuurmachine en schuur tot op het blanke, kale hout.

P3.2 Voorzie de houtrotfrees van een bolkopfrees (diameter 9,5 mm) en stel de houtrotfrees in op een toerental van 22.000 rpm.

P3.3 Frees zo dicht mogelijk boven de verbindingsnaad 10 mm breed en 10 mm diep uit; zowel de voorzijde als de sponning. Vermijd tijdens het frezen contact tussen frees en lood/neut. Verwijder met een scherp mes de resterende houtspaanders naar de neut toe. Indien lood wordt aangetroffen dit ter plaatse van de gefreesde dilatatie met een mes verwijderen om een waterdichte aansluiting tussen kozijn/stijl en de neut te verkrijgen, wanneer deze gevuld is met DRY FLEX® of BIO FLEX™.

P3.4 Controleer het stijlgedeelte grenzend aan de gefreesde naad zorgvuldig op scheurvorming in het hout. Volg indien aanwezig werkwijze P4. Volg de curatieve werkwijzen bij het aantreffen van aangetast hout (hout niet egaal van kleur, zacht en brokkelig).

P3.5 Meet de houtvochtigheid (≤ 18%) van de naad met de EASY•Q™ houtconditiemeter CS1. Bij een te hoge houtvochtigheid natuurlijk aan de (buiten)lucht laten drogen.

P3.6 Zuiver het contactvlak van de neut en verwijder opstaande houtvezels op het houten contactoppervlak d.m.v. schuren. Verwijder houtresten en vuil zorgvuldig.

P3.7 Plak relevante delen van de neut en stijl af met de EASY•Q™ Brick Tape of een kunststof tape. (geen vochtdoorlatende tapes gebruiken!).

P3.8 Behandel het contactoppervlak dun maar volledig met DRY FIX® UNI. Laat dit minimaal 20 minuten indringen. Controleer binnen 45 minuten of de DRY FIX® UNI goed is ingedrongen (het behandelde oppervlak heeft dan een nagenoeg matte kleur). Eventueel overtollig aangebrachte DRY FIX® UNI uitdeppen met absorberend papier of een niet pluizende doek. De reparatiepasta is aansluitend op behandeling met DRY FIX® UNI aan te brengen. Indien de reparatiepasta later wordt aangebracht, dient dit binnen 24 uur (bij 20 graden) na behandeling met DRY FIX® UNI te gebeuren en het reparatievlak gecontroleerd te worden op verontreinigingen.

P3.9 Met het EASY•Q™ Aanbrandmes of het kleinste EASY•Q™ RVS modelleermes DRY FLEX® of BIO FLEX™ zodanig in de verbinding/naad aanbrengen dat een optimaal contact met het hout wordt verkregen.

P3.10 De naad afdichten met DRY FLEX® of BIO FLEX™. Voorkom luchtinsluiting en mes de reparatie volgens de RCI-methode ‘bollend’ af.

P3.11 Na het uitharden van DRY FLEX® of BIO FLEX™ door schuren de toplaag (aminelaag) verwijderen. Indien noodzakelijk het geheel mechanisch glad en strak schuren. Storende onregelmatigheden en overgangen tussen hout en de toegepaste DRY FLEX® of BIO FLEX™ mogen daarna niet meer zichtbaar zijn. Verwijder het schuurstof zorgvuldig.

P3.12 Egaliseer eventuele kleine oneffenheden volgens werkwijze P9.

P3.13 Behandelen volgens verfadvies. Gebruik altijd een grondverf als basis. Wanneer tijd een belangrijke factor speelt kan een sneldrogende grondverf gebruikt worden.